Kategorio:Verbo (nederlanda)
INDEKSO DE "Kategorio:Verbo (nederlanda)" |
(ĉio) [A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [Q] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [X] [Y] [Z] (restaĵo) |
Artikoloj en kategorio "Verbo (nederlanda)"
La jenaj 200 paĝoj estas en ĉi tiu kategorio, el 1 017 entute.
(antaŭa paĝo) (sekva paĝo)A
- aaien
- aanaarden
- aanbakken
- aanbelanden
- aanbelangen
- aanbellen
- aanbermen
- aanbesteden
- aanbesterven
- aanbevelen
- aanbidden
- aanbieden
- aanbijten
- aanbikken
- aanbinden
- aanblaffen
- aanblazen
- aanblikken
- aanboren
- aanbotsen
- aanbouwen
- aanbranden
- aanbreien
- aanbreken
- aanbrengen
- aandienen
- aandikken
- aandoen
- aandraaien
- aandragen
- aandrijven
- aandringen
- aandrukken
- aanduiden
- aanduwen
- aaneennaaien
- aaneenschakelen
- aaneensluiten
- aaneenvoegen
- aanflitsen
- aanfloepen
- aangaan
- aangapen
- aangespen
- aangeven
- aangluren
- aangorden
- aangrijpen
- aangroeien
- aanhaken
- aanhalen
- aanhangen
- aanharken
- aanhebben
- aanhechten
- aanhoren
- aanhouden
- aankaarten
- aankalken
- aankijken
- aankleden
- aankleven
- aankomen
- aankondigen
- aankopen
- aankoppelen
- aankruisen
- aankweken
- aanlanden
- aanlassen
- aanlaten
- aanleggen
- aanlengen
- aanleren
- aanlokken
- aanmaken
- aanmeten
- aanmoedigen
- aanmunten
- aannaaien
- aannemen
- aanpakken
- aanpassen
- aanplakken
- aanplanten
- aanporren
- aanpoten
- aanpraten
- aanprijzen
- aanraden
- aanraken
- aanranden
- aanreiken
- aanrekenen
- aanrichten
- aanrijden
- aanrijgen
- aanroepen
- aanroeren
- aanrukken
- aanschaffen
- aanschieten
- aanschikken
- aanschuiven
- aanslaan
- aansluiten
- aansmeren
- aansnijden
- aanspannen
- aanspoelen
- aansporen
- aanspreken
- aanstampen
- aansteken
- aanstellen
- aansterken
- aanstoken
- aanstoten
- aanstrepen
- aanstrijken
- aantasten
- aantekenen
- aantikken
- aantonen
- aantreffen
- aantrekken
- aanvallen
- aanvangen
- aanvatten
- aanvechten
- aanvegen
- aanvliegen
- aanvoelen
- aanvoeren
- aanvragen
- aanvreten
- aanvullen
- aanvuren
- aanwakkeren
- aanwassen
- aanwenden
- aanwennen
- aanwerven
- aanwijzen
- aanwippen
- aanzetten
- aanzitten
- aanzwellen
- aarzelen
- abdiceren
- abdiqueren
- abduceren
- aberreren
- abjureren
- ablateren
- abnegeren
- aborteren
- abrogeren
- absolveren
- absorberen
- abstineren
- accapareren
- acceleren
- accelereren
- accentueren
- accepteren
- acclimatiseren
- accommoderen
- accompagneren
- accorderen
- accrediteren
- accumuleren
- acetolyseren
- acetyleren
- achten
- achterblijven
- achterhalen
- achterhouden
- achterlaten
- achterlopen
- achternagaan
- achteroverdrukken
- achterraken
- achterstellen
- achteruitgaan
- achteruitlopen
- achteruitzetten
- achtervoegen
- achtervolgen
- acteren
- activeren
- actualiseren
- acyleren
- adapteren
- adderen
- adduceren
- ademen
- ademhalen
- aderen
- aderlaten